Het boek Begrip en Beeld (1993) heeft als ondertitel: Kindertekeningen als model voor informatie verwerking

 

Hieronder enige fragmenten uit het boek

 

 

 

De totaliteitsgedachte is zo oud als de mensheid.

In elke cultuur wordt hij aangetroffen.

Hij ligt verankerd in de menselijke natuur.

Overal immers vinden we een besef van een

alomvattende eenheid,

waarbinnen de mens leeft en zich beweegt,

een besef van een verband,

waarin hij thuishoort.

De oorspronkelijkheid is de gemeenschappelijke drager van dat wat de mens beroert in de zijnswording.

Het zijn en het worden:

twee werelden die samen een eenheid vormen.

De zijnswording is een principe dat zichzelf organiseert,

gespreid rondom, met taal en teken,

in en door elkaar, verweven tot een geheel.

Een stad bijvoorbeeld typeert zichzelf door het verhouden van de vele autonomen tot iets dat specifiek is als levensbeeld van die stad.

Op het eerste gezicht een chaos, in alle richtingen open in zienswijzen en uitgangspunten, in een adem van het leven dat zich leeft.

Het is een innerlijk beeld

dat zich aan de oppervlakte manifesteert.

Door het analyseren van die oppervlakte wordt duidelijk dat het innerlijk beeld de drager is van het uiterlijk beeld.

Het bewustzijn ontwikkelt zich in een voortdurende wisselwerking met het binnen en buiten.

Het baant zich in niveaus een weg van ik tot ik naar wij.

In geabstraheerde uitingen - in taal en teken - wordt het wezen van de zijnswording als leven verbeeld.

Deze uitingen tracht ik te ontleden op grond van een ingeboren orde-ritme dat zich toont als beweging in een structureel verloop van zegging.